Beste studenten,
Ik voel uw pijn ten diepste mee en stuur u mijn gedicht dat ik vier jaar
geleden heb geschreven voor de aarbeving in Turkije. Als verslaggever voor
Het Parool, Netwek en MTNL, was ik werkzaam op het rampgebied. Na mijn komst
naar Nederland schreef ik deze brief Het gedicht heeft een universeel
karakter, omdat pijn en emoties ook zijn. Zou u die svp willen plaatsen op
uw website. Uw pijn is mijn pijn en ik wens jullie en de nabestanden van de
aarbeving in Iran veel sterkte.
Tuncay Cinibulak,
Master in European Journalism Studies.
ZELZELE*
Geschud werd de hemel en
Duizenden sterren vielen
Neer op de grond, op m’n hart
Ter plekke spatten sommige uit-
een, nog even schitterden andere
Eer ze voorgoed uitdoofden. Ook
De stralende lach vertrok met hen
Uit deze stad, de droeve ogen, de
Harten vol liefde en pijn, de benen
Sterk en snel, de armen die de dood
Bevochten. Gescheiden werden ze
Van hun dierbaren. Diepe littekens
Lieten zij achter in de ogen, op de huid
Die ze in slaap hadden gekust. Nooit
Zullen de vermoeide ogen de slaap meer
Vatten, De gebroken zielen rust vinden.
In allerijl begraaft men de doden in
De vluchtende stad. Met de dood valt niet
Te leven. Toch moeten ze totdat ook
Hun ster uit de hemel valt en hun
Herinneringen mee het graf in neemt.
De deur van mijn ziel klapte dicht door
De schok. Mijn hart een tuin van verwelkte
Bloemen, één dorre ruïne mijn hoofd en kille
Statistiek de doden. De slaap kan ik maar
Moeilijk vatten: oneindige duisternis vult
Mijn ogen. Treurzangen als onafgemaakte
Breiwerkjes. Veronachtzaamd verspreide
Fotoalbums, bevroren lach in verbrijzelde
Spiegels. Voortdurend zal ik dromen van hun
Leed. “Kom vanavond niet met verhalen
Want honderd malen zal ik wenen...” **
* Turks: aardbeving; ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de aardbeving in Noordwest-Turkije op 17 augustus 1999.
** Toespeling op Leo Vromans gedicht Vrede (1954), laatste strofe